Om de zorg toegankelijk te houden voor mensen die het nodig hebben, blijft het belangrijk dat partijen in het zorgveld hun verantwoordelijkheid nemen en streven naar een goede balans tussen kwaliteit, kosten en toegankelijkheid. Om het element ‘kwaliteit’ hierin leidend te laten zijn, is inzicht in kwaliteitsinformatie essentieel.
Op dit moment bestaat voor fysiotherapie de beschikbare kwaliteitsinformatie vooral uit proces- en structuurindicatoren. Indicatoren op uitkomstniveau zijn nog beperkt beschikbaar. Daar waar er wel al wordt gemeten op uitkomstniveau ontbreekt nog vaak de uniformiteit, met andere woorden: niet iedereen meet hetzelfde.
Het is dus belangrijk dat de kwaliteitsinformatie van fysiotherapie via de ontwikkeling van uniforme, gedragen sets van uitkomstindicatoren inzichtelijk wordt. De fysiotherapeuten die reeds meten, dienen hetzelfde te gaan meten en op dezelfde momenten. De fysiotherapeuten die nog niet meten, dienen duidelijkheid te krijgen over wat ze zouden moeten gaan meten.
Het uiteindelijke doel van de ontwikkeling van uitkomstindicatoren in de fysiotherapie is drieledig:
Het project naar uitkomstindicatoren in de fysiotherapie heeft tot doel het testen, evalueren en waar nodig aanpassen van de geselecteerde minimale dataset met conceptindicatoren voor aspecifieke lage rugpijn en COPD in de eerstelijns fysiotherapie. In deze pilot wordt getest of de minimale dataset een goede en haalbare manier is om behandelresultaten in de praktijk te toetsen. De bedoeling is dat ná dit traject de eerder opgeleverde concept minimale datasets geschikt zijn als sets van uitkomstindicatoren voor de doelen 1, 2 en 3. Natuurlijk kunnen de minimale datasets met conceptindicatoren ook tijdens de pilot al gebruikt worden in de behandeling van individuele patiënten (doel a) en interne kwaliteitsverbetering (doel b). Na evaluatie van het project kunnen de indicatoren na gebleken haalbaarheid en geschiktheid worden gebruikt voor externe transparantie (doel c).